De afgelopen tijd zien wij, namens het Testlab NNKW, steeds meer interesse in het realiseren van nieuwe natuur in combinatie met kleinschalig wonen. Daarom hebben wij verschillende initiatiefnemers geïnterviewd over hun ervaringen en inzichten. De interviews hebben wij verwerkt in bondige artikelen, waarmee we andere initiatiefnemers proberen te inspireren en te voorzien van kennis! Een van de geïnterviewden is Michiel Zweers van de Natuurbouwerij. Hieronder de verkregen inzichten uit dit interview. Veel leesplezier!
Over de initiatiefnemers
De Natuurbouwerij is een project van De Groene Specht, een werkgroep bestaande uit vijf aanstaande bewoners die zelf in het project gaan investeren. Michiel Zweers is één van de dragende initiatiefnemers, wiens passie voor tiny houses ontstond in 2018. Destijds richtte hij samen met twee andere architecten een bureau op, Tiny Developments, waarmee ze een aantal tiny house projecten ontwikkelden, zowel voor gemeenten als bewonersgroepen. Nadat Michiel concludeerde dat hij zelf ook in een tiny house wilde wonen, is hij met een aantal gelijkgestemden aan dit project gestart; de Natuurbouwerij.
De Natuurbouwerij
Het doel van de Natuurbouwerij is het combineren van kleinschalig, sociaal, en ecologisch verantwoord wonen met het realiseren van nieuwe natuur. Inwoners van de tiny houses zijn niet alleen huiseigenaren, maar ook boswachter en rentmeesters van het landschap. De vergroening van het perceel gebeurt door de aanleg van een deels openbaar voedselbos met plek voor inheemse fauna. Verder wordt op het perceel ook een open kweekplek aangelegd, voor een moestuin en het houden van dieren zoals kippen en bijen. Het voedselbos en de kweekplek zullen door de bewoners zelf geëxploiteerd worden, waardoor het project zelfvoorzienend wordt.
De sociale samenstelling van de bewoners wordt bepaald met een buren-plus formule, wat tot een diverse bewonersgroep leidt. Het project wordt deels gefinancierd door het verhuren van een deel van de woonruimte aan mensen die niet willen of kunnen kopen. De initiatiefnemers zijn tot op heden nog niet in bezit van een perceel waarop zij het project kunnen realiseren. Momenteel zijn zij in gesprek met Gemeente de Bilt over de mogelijkheid om van de gemeente een perceel te kopen. Het doel is een kavel en/of boerderij aan te schaffen op een permanente locatie of met erfpacht van 30 jaar.
Grond aankopen
Het beoogde perceel heeft een landbouwbestemming. Voor het bouwen op grond met een dergelijke bestemming is een bestemmingswijziging vereist. Omdat het beoogde perceel van de gemeente is, lopen er dus twee procedures door elkaar: De verkoop of pacht van het kavel, en de bestemmingswijziging. Dit maakt het acquireren van het perceel tot een uitdaging. Los van deze uitdaging heeft het perceel ook voordelen: het is braakliggend terrein en het ligt vlakbij natuurgebieden.Het perceel ligt buiten de rode contouren van het stedelijk gebied, wat betekent dat de provincie ook meedenkt en -beslist over de indeling van de ruimte. De Groene Specht heeft de Provincie Utrecht dan ook vanaf het begin bij het project betrokken.
Wat bijzonder is aan de Provincie Utrecht, is dat er zich op de grens van de rode contouren (het gebied waar gebouwd mag worden) een kernrandzone bevindt waar dorpen en steden een eigen visie kunnen ontwikkelen. Hierbij kijkt de provincie niet zozeer naar in welk ‘hokje’ iets past, maar staat zij open voor initiatieven die kwaliteit toevoegen en is er ruimte voor maatwerk. De Groene Specht zou een initiatief kunnen zijn dat geschikt is voor deze kernrandzone.
Beren op de weg
In het ontwikkelproces heeft Michiel namens de Groene Specht meermaals met de provincie en de gemeente overlegd over de mogelijkheden van het realiseren van nieuwe natuur en tiny houses. Dat ging niet zonder slag of stoot: Michiel beschreef verschillende obstakels in het realiseren van het project, die hij zelf omschreef als drie schurende lagen:
- De gemeente ziet een traject rondom een bestemmingswijziging in het buitengebied als risicovol. Omdat het concept van Michiel (en anderen) zo nieuw en innovatief is, en er daarom nog geen bestaande projecten van voedselbossen met tiny houses zijn, hebben gemeenten de benodigde ervaring en kennis nog niet in huis. Projecten als de Groene Specht passen niet in een bestaande categorie, zoals natuur, woongebied, of landbouw. Hoewel de gemeente wel geïnteresseerd is in voedselbossen met tiny houses, loopt het vaak spaak bij het formele proces rondom bestemmingsplannen en vergunningen. Het verlenen van vergunningen voor iets dat nog niet bestaat wordt gezien als een groot risico, met name vanwege eventuele juridische consequenties. Michiel is bovendien bevreesd dat, doordat dit zo’n nieuw onderwerp is, er bovendien vaak zal worden geprocedeerd tegen initiatieven zoals De Groene Specht. Dan moet de gemeente, zowel aan zichzelf en aan de rechtbank, uitleggen waarom ze akkoord zijn gegaan en aantonen dat zij alles volgens de regels hebben gedaan. Projecten zoals voedselbossen met tiny houses, die dus niet in een bestaande categorie passen, zijn lastig om op deze manier te onderbouwen. Dit kost veel tijd en dit hebben de gemeenten vaak niet, dus komen dit soort initiatieven niet van de grond.
- Veel verschillende stakeholders, zoals de gemeente en de provincie, willen graag bepaalde eisen stellen om het project in te kaderen. Door zeer strikte eisen, zoals het hanteren van een maximum van 28 m2 voor een tiny house, wordt het project erg lastig om uit te voeren. Daarnaast staan de eisen van verschillende gremia soms haaks op elkaar omdat eisen niet in samenspraak wordt opgesteld.
- Een derde schurende laag is het participatiebeleid van de gemeente. Burgers hebben inspraak op wat er waar en wanneer gebouwd gaat worden. Ondanks dat deze inspraak geen juridische status heeft, is het voor een gemeente wel handig om naar haar bevolking te luisteren. Omdat veel mensen een mening hebben over tiny houses, met name in het buitengebied, vormt dit een aanvullend risico voor het project.
Advies
Michiel’s belangrijkste advies aan beginnende initiatiefnemers? Huur professionele hulp in. De gemeente vindt het lastig projecten als de Groene Specht te beoordelen, omdat tiny houses met een voedselbos nog niet in een bestaande categorie grondbestemming passen. Hoewel de provincie enthousiast reageerde, worden er ook eisen gesteld die het proces niet makkelijker maken. Alle partijen praten bovendien hun eigen taal. Laat je hierin begeleiden, want anders krijg je een rommelig proces, wat verwarrend is, en wat veel tijd kost.
Boodschap aan de gemeente
Michiel ziet een grote kloof tussen ambitieuze en progressieve politiek, en een meer conservatieve houding van omwonenden. Tiny houses zijn voor de meeste ambtenaren nieuwe onderwerpen, waardoor het lastig is hier voortgang in te boeken. Voor zowel de wethouder als de ambtenaren zou het fijn zijn als iemand dit een beetje uit handen neemt. Michiel mist iemand die het proces kan stroomlijnen over het hele proces tussen het vooroverleg, aanvragen van de vergunning van de gemeente en de toestemming van de provincie. Er zijn erg progressieve doelstellingen uitgesproken door de politiek, maar er is te weinig inhoudelijke begeleiding rondom de uitwerking hiervan waardoor het niet lukt om deze uit te voeren. Om dit soort tiny house projecten van de grond te krijgen zullen er geslaagde voorbeelden nodig zijn. Iedereen is gebaat bij het slagen van deze projecten. Het zou helpen als de gemeente en provincie deze eerste tiny house projecten als experimenten beschouwen door minder eisen te stellen en mee te denken over hoe ze deze kunnen laten slagen.
Meer informatie over dit project is te vinden op: https://natuurbouwerij.nl/